donderdag 2 januari 2020

Reisverslag Sicilië: einde 1e reisweek


Bij de volgende excursie ga ik Sicilië verlaten en ga een bezoek brengen aan 2 van de 7 Eolische of Liparische eilanden in de Tyrreense zee, nl Panarea en Stromboli. Deze idyllische archipel bestaat uit zeven eilanden: Vulcano, Lipari, Salina, Panarea, Stromboli, Filicudi en Alicudi. De eilanden maken deel uit van een vulkanische archipel ten noorden van Sicilië. We rijden met de bus naar de haven van Milazzo. We passeren de stad Messina. De stad telt ruim 240.000 inwoners. Dit is hier de universiteitsstad en is ook de derde grootste stad op Sicilië na Palermo en Catania. Hier in Messina zien we wegenwerken aan het middengedeelte van de weg. De brugpijlers van de autoweg zijn tamelijk hoog hier, waardoor de werken indrukwekkend en gevaarlijk zijn.

In Milazzo worden we opgewacht door de gids en begeleidt ons naar de juiste boot om naar het eiland Panarea te varen. De overtocht duurt ongeveer 1u en 30 minuten en de Eolische eilanden liggen 65 kilometer ten noorden van Sicilië. Panarea is het oudste, kleinste en het meest mondaine bewoonde eiland. Het eiland heeft een oppervlakte van 3,4 vierkante kilometer. De laatste uitbarsting was 10000 jaar geleden. In 2002 was er wel Hydro thermische activiteit. De naam van dit eilandje zou zijn afgeleid van het Siciliaanse Panaraia, dat “onsamenhangend, niet met elkaar verbonden” betekent. Het eiland dankt deze naam aan het feit dat het huidige eilandje nog maar een fractie is van de vulkaan die hier ooit te vinden was.

Overal waar je kijkt, zie je prachtig verzorgde witte huisjes, met blauwe deuren en kozijnen. Ik vang regelmatig een glimp op van een flink dakterras met uitzicht op zee, van luierende katten, kleurrijke naambordjes en uitbundig bloeiende tuinplant bougainvillea nabij de woningen. Je ziet hier in de straten ook golfkarretjes rijden die als taxi dienen om toeristen mee te vervoeren. Er loopt een weg van iets meer dan 1 km van de haven naar het strand. Ik heb een wandeling gemaakt naar het strand en dan terug. Langs deze weg kom ik de Panarea kerk of Chiesa di San Pietro tegen. Uiteraard ga ik ook een kijkje nemen binnen in de kerk. De golfkarretjes vlammen op deze weg met soms een oma aan het stuur. Dus de voetgangers op deze smalle weg letten best op voor deze golfkarretjes die je voorbijsteken op topsnelheid.

Nadien keer ik terug naar de boot die ons naar het eiland Stromboli zal brengen. We varen langs rotsblokken, die hier eigenlijk een prachtig decor vormen. De gesteende rots die uit de zee komt is van basalt. Diepe sporen van lava lopen over de eilanden als een litteken. Deze sporen zijn door de zee gevormd tot mooie artistieke werken van gehard lava. Om dit kunstwerk van moeder natuur volledig te waarderen zou je moeten duiken bij de eilanden, om de bodem van deze magnifieke structuren te kunnen bewonderen.

Bij het naderen van het vulkaaneiland Stromboli zien we al de rood gloeiende lava en rook opstijgen op de bergflank van de Stromboli vulkaan. Het is een actieve stratovulkaan op het gelijknamige eiland Stromboli. Op het eiland, dat een doorsnede heeft van 3,5 kilometer wonen rond de 500 mensen. Het eiland dankt zijn bijnaam 'vuurtoren van het Mediterrane gebied' aan de continue activiteit van de vulkaan. Dit natuurfenomeen zorgt voor een spectaculair schouwspel en is daarom een trekpleister voor toeristen.

Bijna een maand geleden, begin juli 2019, barste de 900 meter hoge vulkaan uit. Een wandelaar kwam toen om het leven en ook vielen er gewonden. Toeristen raakten, door de reusachtige wolken van as en rook, in paniek en sommigen van hen sprongen in zee. De as kolom die vrijkwam bereikte een hoogte van 2 kilometer en er raasden stromen van de top van de vulkaan richting de zee. Deze stromen, een gloedwolk die bestaat uit een mengsel van hete gassen, as en brokstukken van de vulkaan, komen met hoge snelheden naar beneden.

Bij aankomst op het eiland zie je vanop de kade langs de ene kant vissersboten liggen en langs de andere kant zitten de zonnebaders. Ik heb eerst een wandeling gemaakt langs de kustlijn. Je merkt vooral het zwarte strand op, wat duidelijk aangeeft dat je op een vulkanisch eiland zit. Je kan ook in de zee het basalt rots massief Strombolicchio met vuurtoren zien op ongeveer 1 km van het strand. Het komt ongeveer 50 meter boven de zee uit. Nadien wandel ik door smalle straten naar het stadscentrum. Hier kom je op een plein waar je de kerk Chiesa di San Vincenzo ziet. Op dit plein stond er een verkleedde straatartiest met een traditioneel Napolitaans masker liederen te zingen met zijn accordeon. Je kan naar binnen in de kerk gaan. Net als veel andere Italiaanse kerken is het interieur heel sierlijk, met vele kleurrijke beelden en gebrandschilderde ramen. Ook kan je hier nabij het stadscentrum verschillende restaurants en pizzeria’s vinden. Er heerst hier wel een drukte en ik merk dat de mensen lang moeten wachten op hun bestelde pizza in het restaurant.

Bij het verder wandelen langs de andere kant van de kerk kom ik een klein huis geschilderd in donker rood tegen. Op het eiland Stromboli werd de film “Stromboli, terra di Dio” (Stromboli, land of God) opgenomen met regisseur Roberto Rossellini en actrice Ingrid Bergman. Het is een Italiaanse dramafilm die is uitgekomen in 1950. Het was op de set van de film dat regisseur Roberto Rossellini en ster Ingrid Bergman, die samenwerkten aan hun eerste film, verliefd werden. Hier in dit rode huis logeerden beide tijdens de opnames van de film. Je kan een gedenkplaat zien naast de deur als herinnering aan het verblijf van Ingrid Bergman en Roberto Rossellini in 1949. Je kan binnen gaan kijken in het rode huis. In het huis zie je voornamelijk een bed staan en verschillende foto’s uit de film en van Ingrid Bergman.

Na dit bezoek keer ik terug naar de kade om de juiste boot te nemen. Er staan nu enorm veel mensen op de kade. Vervolgens komen de verschillende boten de toeristen oppikken. Bij het opstappen begon men massaal te duwen, omdat men vlug op de boot zou zijn. Echt rustig verliep het terug opstappen op de boot niet. Nadien varen we rond het vulkaaneiland Stromboli. Aan de andere kant van het eiland zien we de krater. Deze krater is actief en zie je regelmatig plots veel lava in de hoogte spuwen. Ook langs de bergflank stijgt de rook op. Ook zie je de lava naar beneden lopen langs de flanken van de vulkaan Stromboli. Aan de ene kant van het vulkaaneiland heb je bewoning en de opening van de krater is meer gericht naar de andere kant. Zo loopt de lava voornamelijk langs deze kant naar beneden, richting zee. De boot stopt hier zodat we optimaal kunnen genieten van dit spektakel. De boot draait rond opdat iedereen prachtige films en foto’s kon maken. En bij een plotse lava eruptie hoorde je op de boot de vreugdekreten en de verwondering. Langzaam zie je aan de andere kant de zon zien zakken in de zee. Vanaf nu kunnen we het spektakel zien in het donker, wat eigenlijk nog mooier is om te zien. Eigenlijk is dit wel een hoogtepunt op deze reis. Nadien varen we terug naar de haven in Milazzo en met de bus worden we terug naar het hotel gebracht. Ik kom na middernacht terug in het hotel.

Vandaag heb ik vrije tijd en vertrek ik vanaf Letojanni met een hop on hop off bus naar Castelmola. Eerst rijdt de bus door het toeristische centrum van Giardini Naxos. Vervolgens gaat de rit naar het busstation van Taormina. Niet zo ver van Taormina bevindt zich het kleine romantische stadje Castelmola, dat als een adelaarsnest boven op de Monte Tauro gelegen is. De bus zet ons af bij de ingang van het dorp aan het leuke als dambord geruite plein. Ik verblijf hier twee uur in Castelmola. Op dit plein heb je een leuk terrasje en een mooi uitzicht op de azuurblauwe zee. Eigenlijk heb je een geweldig uitzicht over Taormina en de baai ervoor.

Castelmola werd uitgeroepen tot één van mooiste dorpjes van Sicilië. Het ontleende zijn naam aan het kasteel dat er door de Noormannen werd gebouwd en aan de vorm van de rots waarop het gelegen is. Tegenwoordig is er van het kasteel slechts een ruïne over. In de Griekse oudheid stond er ook een grote tempel. Ik ben gaan kijken naar de overblijfselen van dit kasteel. Je kon hier ook een kanon zien liggen.

Ik wandel door het dorp en zie de middeleeuwse huisjes en kleine steegjes. In het dorp kun je tussen de huizen trappen afdalen die uitkomen op een ander steegje. Veel bloempotten versieren de balkons. Op muren kon je plakbrieven zien met mensen die overleden zijn. Op elke plakbrief kon je een foto zien van de overledene. Opmerkelijk was het zien aan sommige deuren dat er flessen water stonden links en recht van de deuringang. Bij een trap van drie treden voor de deur lagen er op elke trede 2 flessen, één links en één recht, dus zes in totaal. Wat de betekenis of doel hiervan is, heb ik niet kunnen achterhalen. Ook kan je hier veel katjes zien rondlopen. Er lopen hier eigenlijk niet zoveel toeristen rond zoals in Taormina. Je kan hier ook enkele souvenirwinkeltjes vinden. In de eerste plaats is Castelmola bekend voor zijn lokale specialiteit “Vino di Mandorla”, welke een amandelwijn is. Aanvankelijk werd dit recept voor deze wijn in Castelmola ontdekt. Amandelwijn is een likeurwijn die met een bittere amandelsmaak verrijkt is.

Bij het wandelen kom ik op een ander leuk pleintje Piazza Chiesa Madre, dat in de beschutting ligt van de Duomo kathedraal. Tussen de kleine straatjes ligt dit kleine pleintje met enkele leuke terrasjes, een pizzeria en knusse restaurants. Het is een pleintje wat zo een decor voor een film zou kunnen zijn. Hier was de ideale plaats om een biertje te drinken. Ik kijk op de bierkaart en bestel dan een flesje Italiaans bier Aretusa. Maar ze serveren het bier in een Leffe glas en het bier smaakt ook naar het Belgische abdijbier Leffe. De kathedraal op dit plein dateert uit de jaren 1500, maar werd onlangs herbouwd op de overblijfselen van de bestaande kathedraal in het midden van de jaren 1930. De kathedraal is gewijd aan Sint Nicolaas van Bari en presenteert verschillende architecturale stijlen die de kenmerken van de gotische, Romeinse, Arabische en Normandische stijlen combineren. Het beeld van de beschermheilige wordt hier ieder jaar in de lente met veel ceremonieel door de straten heen gedragen.

Nadien keer ik terug naar Taormina en ga terug dit toeristische stadje gaan verkennen. Eerst neem ik een korte pauze op een bank en zit tussen verschillende oudere mannen en kan genieten van de discussies die ze voeren met elkaar. Vervolgens kuier ik door de winkelstraat Corso Umberto I en op het plein Piazza IX Aprille ga ik binnen in de kerk San Guiseppe. De rust van de kerk vanbinnen, staat in fel contrast met de gezellige drukte buiten. Ook op dit plein ben ik binnen in een kerkelijk gebouw geweest waar er een verzameling was van oude boeken en geschriften. Op de pleinen of op trappen kan je kunstenaars schilderijen zien maken. Op de verschillende treden van de trap zie je een kunstwerk of schilderij van hen. Ook ontdekte ik een plaats waar je een kleine oppervlakte zag met mozaïeken. De mozaïeken hadden een welbepaald motief uit Hellenistische tijd. Een beetje verder wandelen zie ik een kerkelijk gebouw die nu ingericht is als een museum met oude wereld- en zeevaartkaarten. Op het plein Piazza Duomo met de fontein zie ik dat de deuren openstaan van de Kathedraal di San Nicolo di Bari. In deze kerk heb ik een beeldsculptuur gezien van de twaalf apostelen en Jezus tijdens het laatste avondmaal. Als afsluiter van mijn bezoek aan Taormina ga ik op een terras nog genieten van een biertje en de voorbij wandelende toeristen.

Nadien keer ik terug naar het busstation van Taormina en keer met de bus terug naar het hotel. Het is altijd spannend hoe de verschillende bussen op de helling tussen Taormina en de kustlijn in de haarspeldbochten elkaar kruisen. Auto’s vanuit de andere richting halen de bus in de haarspeldbochten soms langs links in, andere rijden achteruit om bus te laten passeren. Soms moeten meerdere voertuigen achteruit rijden om onze bus te laten passeren. Hier op de helling staan er ook wagens geparkeerd nabij de haarspeldbochten die het kruisen soms moeilijk maken. Ze zijn het hier gewoon om elkaar te kruisen in de haarspeldbochten. Toch heb ik geen accidenten gezien op de helling. Ook al was de afstand van twee kruisende bussen soms zeer klein. Vanop de helling hebben we ook een mooi uitzicht op Isola Bella, dat ik later ga verkennen.

Op deze nieuwe dag vertrekken we met de bus naar Syracuse, een stad die in 733 voor Christus door de Korinthiërs werd gesticht en die in de loop der eeuwen op bepaalde momenten de belangrijkste stad in het Middellandse Zeegebied was. We bezoeken eerst het archeologische park van Neapolis, het antieke stadsgedeelte. Duizenden Atheense slaven hebben hier jarenlang in het donker in steengroeves moeten werken. De poreuze kalksteen op grondniveau bleef staan en naar beneden moesten zij schachten uithakken en blokken steen naar boven takelen.

Eerst gaan we gaan kijken naar het indrukwekkende Griekse theater, dat destijds tot 15000 toeschouwers kon plaatsen. De gebogen rijen zitbanken zijn grotendeels uit de rotswand gehouwen. Het bouwwerk dateert van 474 voor Christus en de Grieken gebruikten het vooral om de drama’s van Sophocles en Euripides op te voeren. Ook nu worden er nog regelmatig theatervertoningen gehouden, maar de harde stenen zitplaatsen worden dan overdekt met houten planken, die op zandzakjes op de oorspronkelijke tribunes rusten. In de derde eeuw voor Christus verbouwden de Romeinen het theater, in afwachting van de ingebruikname van hun eigen amfitheater even verderop. Ook het programma werd aangepast aan de nieuwe meesters: geen toneelvoorstellingen meer, maar gladiatorengevechten. Nadat de Romeinen hun amfitheater hadden gebouwd, werd het Griekse theater weer voor toneel en hoorspelen gebruikt en werd de arena voorzien van een veelkleurige marmeren vloer.

Boven en achter het Griekse theater zien we rotsen waarin er grotten zijn uitgehouwen. Dit is niet door de Grieken, maar door de Byzantynen gedaan. De meer of minder diepe grotten zijn grafkamers geweest.

Vervolgens gaan we het “Oor van Dionysius” bekijken, een steengroeve in de vorm van een reusachtig oor waar de akoestiek heel goed is. Het is een 47 meter hoge, langwerpig kronkelende en finaal doodlopende grot die in de rotswand werd uitgehouwen en waar een werkelijk fabuleus akoestisch schouwspel te aanhoren valt. De geluiden die mensen maken in de grot zorgen ervoor dat je verrast wordt door de resonantie. Elk geruis die er was werd enorm versterkt. Begin maar het liedje “O sole mio” te zingen. De gids bracht zijn mond tegen de wand van deze grot en begon te spreken. Zijn stem weergalmde in de volledige grot. Indrukwekkend om dit te horen. Op het einde van deze kronkelende grot zagen we een gat dat zou uitkomen in het Griekse theater. Van hieruit kon men geluiden maken die te horen waren in het Griekse theater. De naam van “het oor” is bedacht door de beroemde Italiaanse schilder Caravaggio. Hij stelde zich tijdens zijn bezoek aan Siracusa voor dat tiran Dionysius hier zijn slaven afluisterde om te horen of ze een opstand tegen hem aan het beramen waren.

Aan het hof van deze heerser Dionysius leefde een zekere Damocles, die zijn vorst continu liet weten hoe rijk Dionysius wel niet was. Volgens hem was iedereen jaloers op hem. Dionysius raakte op een bepaald moment geïrriteerd door het gevlei van zijn hoveling en zei: “Je mag wel een keer in mijn schoenen staan”. Dionysius liet vervolgens een groot feest organiseren, waarbij Damocles als eregast werd uitgenodigd. “Nu weet je hoe het is om rijk en machtig te zijn”, sprak Dionysius tot zijn gast. Damocles genoot met volle teugen, maar schrok toen hij omhoog keek. Daar hing, precies boven zijn hoofd, aan een flinterdunne paardenhaar een vlijmscherp zwaard: het “zwaard van Damocles”. Bij het minste of geringste kon de draad knappen en zou het zwaard op het hoofd van de eregast vallen. Damocles verliet gehaast het feest. Dionysius leerde zijn hoveling zo een belangrijke les. Wie veel macht heeft, leeft dan wel in grote weelde, maar er hangt hem ook altijd groot gevaar boven het hoofd. Zeker bij een tiran als Dionysius, die vele vijanden had, was dat het geval.

Eigenlijk is het Oor één van de steengroeven die er in de rotswand werden uitgehouwen en dit gedurende vele jaren door slaven. Je kunt verschillende groeven bezoeken en vaststellen dat die nadat ze waren uitgehouwen en leeggehaald, als gevangenissen werden gebruikt. Na de gewonnen slag tegen Athene (415 voor Christus) zouden hier naar schatting zevenduizend Atheners maandenlang gevangen hebben gezeten. Wie het verblijf overleefde werd als slaaf verkocht.

Eén van de grootste wetenschappers en wiskundigen aller tijden was Archimedes. Hij was een geboren en getogen inwoner van Syracuse. In de oudheid was Archimedes beroemd vanwege zijn natuurwetenschappelijke en technische prestaties. Hij was een oude Griek, een wetenschapper die zich onder meer verdiepte in de wiskunde, de fysica, de techniek, de astronomie en zelfs de filosofie. In tegenstelling tot zijn uitvindingen waren de wiskundige geschriften van Archimedes een groot gedeelte van de oudheid niet zo bekend. Hij werd in de eeuw na zijn dood door wiskundigen uit Alexandrië gelezen en geciteerd. Hij werd in 287 voor Christus geboren in de Griekse kolonie, op het eiland Sicilië. Archimedes werd vooral een populair figuur mede dankzij zijn verdiensten voor Syracuse in de Tweede Punische Oorlog, tegen de Romeinen die de stad wouden veroveren. Zo zou hij de Romeinen op afstand hebben gehouden met machines die hij zelf had uitgevonden en hij zou de uitvinder van de katrol geweest zijn waardoor hij met één hand makkelijk een groot schip kon verplaatsen.

Archimedes werd aan het slot van de belegering van Syracuse gedood in 212 voor Christus door een Romeinse soldaat. Naar men later beweerde gebeurde dit in strijd met een door de Romeinse legerleiding uitgevaardigd bevel om hem te sparen. Men mocht hem niet vermoorden want het was een genie. De Grieken zeiden dat hij gedood werd tijdens het uittekenen van een ingewikkelde vergelijking in het zand. Een Romeinse patrouille zou zijn huis zijn binnengekomen en omdat ze zijn werk verstoorden zou Archimedes hebben gezegd dat ze overal mochten aankomen, maar dat ze vooral zijn tekening niet moesten verstoren. Zijn laatste woorden voordat een geïrriteerde Romeinse soldaat hem neerstak zouden 'verstoor mijn cirkels niet' geweest zijn. Dit verhaal wordt vaak gebruikt om het mentaliteitsverschil tussen Grieken en Romeinen uit te leggen: terwijl de Grieken wetenschappelijker onderbouwd waren, was het Romeinse volk vooral oorlogslustig. De graftombe van Archimedes is ook te vinden in Syracuse.

In de namiddag zijn we doorgereden naar een parking nabij de haven van Syracuse. Vanaf hier gaan we het moderne gedeelte van de stad gaan verkennen en maken we eerst een wandeling naar de Arethusabron (Fonte Aretusa of fontein Arethusa genoemd). We wandelen over een brug die ons op het eiland Ortigia brengt. De stad Syracuse is gedeeltelijk gebouwd op dit eiland Ortigia. We wandelen met de gids vervolgens langs het water en de omwalling van de stad Syracuse, zo naar de Arethusabron. Je voelt een stevige wind hier langs het water. De nimf Arethusa genoot in Syracuse grote verering, want dankzij de met haar verbonden bron was het ontstaan van de stad mogelijk geworden, doordat ze het eiland Ortigia van het nodige drinkwater voorzag. Op de munten van Syracuse stond haar beeltenis. Deze munten gelden als de kunstzinnigste uit de oudheid.

Het frappante is dat ondanks het zoute zeewater, een zoete bron uitkomt op het eiland. Het water is afkomstig vanuit de bergen, waar de rivier Alpheus ontspringt. Een ondergrondse zijtak van de rivier stroomt onder de zee door en bereikt zo het eiland, dat is de bron Arethusa. De Grieken, die een deel van Sicilië hadden veroverd, waren gefascineerd door de bron en verzonnen een mythe om het ontstaan ervan te verklaren. Volgens de legende veranderde de nimf Arethusa in een heldere bron in de stad Syracusa, die ontsprong op de plek waar de nimf het eerst voet aan land had gezet.
Op deze plek hier kan je zien dat er de papyrusplant groeit. Het gebruik van papyrus begon eigenlijk ongeveer vijfduizend jaar geleden in Egypte. Van oudsher werd het materiaal daar gemaakt van de stengels van de papyrusplant, die over de lengte in repen werden gesneden. Papyrus als schriftdrager werd verkregen door een reeks repen verticaal te sorteren en daar vervolgens een reeks repen horizontaal overheen te plakken en aan te drukken. Het kleverige plantensap fungeerde daarbij als bindmiddel. Zodra het blad droog was, werd het papyrusoppervlak behandeld met een soort lijm, waardoor de inkt niet ging lopen, en glad gepolijst. Momenteel is dit de enige plaats in Europa waar er nog papyrusplanten groeien en papyrus gemaakt wordt. Aan de Nijl in Egypte groeien geen papyrusplanten omdat het water daar vervuild is. Je kan hier in Syracuse een papyrus museum vinden.

In een winkel dat we passeren zie je verschillende beelden van het mysterieuze mythologische symbool de Trinacria. Op de Siciliaanse vlag zie je ook de Trinacria, dat al sinds de zevende eeuw voor Christus het symbool is van Sicilië. Het stelt het hoofd van Medusa voor, dat omringd wordt door drie gebogen benen en zeeslangen, om de vijanden angst in te boezemen. Het hoofd wordt ook gesierd door twee vleugels. De drie gebogen benen zijn net als wieken van een molen. Medusa is volgens de Griekse mythologie één van de drie Gorgonenzusters: naast Stheno en Euryale was er ook de sterfelijke Medusa. Deze drie benen, alle drie in de vorm van een driehoek gebogen en samen eveneens een driehoek vormend, staan symbool voor de ietwat driehoekige vorm van het eiland zelf. De drie benen verbeelden de drie kapen van het eiland. In de Romeinse tijd werden rond het hoofd nog korenaren toegevoegd om de vruchtbaarheid van Sicilië te benadrukken. Sicilië gold toen als de graanschuur van het Romeinse rijk.

We wandelen verder met de groep naar het historisch centrum van Syracusa en komen terecht op het Domplein (Piazza Duomo). Dit plein ligt op de hoogste plek van Ortigia, in een gebied dat in vroegere tijden een heilig doel diende. Op dit plein kan je het aartsbisschoppelijk paleis zien, het raadhuis, dat vroeger het senaatspaleis was en de kerk S. Lucia alla Badia met de smeedijzeren balkon. Het Domplein kreeg hierdoor een uitgesproken barok karakter. Het meest opvallend is de statige kathedraal op het plein. Aan de voorkant zie je prachtige heiligenbeelden, zuilen en krulversieringen. Officieel heet de kerk Heilige Maria van de Zuilen. De kerk werd gebouwd rond de restanten van een oude Griekse tempel. De kathedraal kende verschillende bouwperioden.
Basis voor de kathedraal vormde de Griekse tempel, die aan de godin Athena was gewijd. De allereerste Athena-tempel stamde uit het midden van de zesde eeuw voor Christus, maar deze werd verbouwd tot een tempel met 6 zuilen aan voor- en achterzijde, en 14 zuilen over de lange zijdes. Elke zuil was ruim 8 meter hoog, en op het dikste punt bijna 2 meter in doorsnee. Nog in de Romeinse tijd werd de tempel van Athena geprezen om haar schoonheid. Waarschijnlijk werden de ruimtes tussen de zuilen aan de buitenzijde in de 7e eeuw na Christus opgevuld met muren, en werd de tempel gebruikt als moskee. Na de verovering van Sicilië door de Normandiërs volgde er een nieuwe fase in de geschiedenis van het gebouw, namelijk die van hoofdkerk van Syracuse. Net als veel andere monumenten in het zuidwesten van Sicilië raakte ook de kathedraal van Syracuse ernstig beschadigd door een enorme aardbeving, met name die van 1542 en die van 1693. Na de aardbeving van 1542 werd de kerk provisorisch hersteld. De aardbeving van 1693 maakte reconstructie van het hele gebouw noodzakelijk, en zo ontstond bijvoorbeeld de barokke gevel van de hand van Andrea Palma (1728-1754). De kathedraal bevat diverse schilderijen en andere kunstwerken van kunstenaars uit de late middeleeuwen. Ik ben ook een kijkje gaan nemen binnen in de kathedraal. Echt prachtig om te zien. Het hoofdaltaar van de kerk werd opgebouwd in 1659, op de basis van een architectonisch fragment uit de Dorische Athena-tempel. Meest in het oog springend zijn echter de zuilen van de Athena-tempel, die zowel in het interieur van de kerk als in het exterieur nog goed te zien zijn. Opvallend zijn de prachtige plafondschilderingen die ik zag in de kathedraal. Helaas mocht je geen foto’s hiervan nemen. Ik heb hier ook verschillende beenderen gezien die achter glas en traliewerk werden gezet met daarboven een groot geschilderd portret van een heilige. Waarschijnlijk zijn het zijn beenderen die we hier zien.

We wandelen met de gids naar de Piazza Pancali waar je overblijfselen of de ruïne kan zien van de Apollo- en Artemistempel. De tempel in Syracuse is in de 6e eeuw voor Christus gebouwd en is de oudste Dorische ringhallentempel van heel Sicilië. In de Byzantijnse tijd werd het gebouw als kerk gebruikt, gedurende de Arabische overheersing als moskee, in de middeleeuwen als basiliek en in de 16e eeuw transformeerden de Spanjaarden het tot kazerne. Het monument signaleert de overgangsperiode tussen de houten tempels en tempels die geheel van steen gemaakt zijn. Het moet een heel werk geweest zijn om de tempel te bouwen. De monolithische zuilen moesten eerst, waarschijnlijk over zee, naar de plek gebracht worden en vervolgens rechtop gezet. Tegen het einde van de 30’er jaren van de vorige eeuw is men met de opgravingen begonnen die het monument blootlegden. Hoewel het monument volgens Cicero aan Artemis gewijd is, is er een inscriptie te zien die naar Apollo verwijst.

Nadien krijgen we vrije tijd om verder Syracuse te verkennen. Ik merk op dat er nabij de Apollo- en Artemistempel een levende markt is. Hier vind je een wereld aan kleuren, geuren en smaken, waar je ook de lokale producten kan proeven. Je kan hier spullen vinden die je eigenlijk op rommelmarkten ook kan vinden. Je ziet hier kramen waar ze hoeden, kledij, handtassen, zonnebrillen, toeristische keukendoeken en schorten, sieraden en aardewerk verkopen. Er zijn ook kramen waar er levensmiddelen verkocht worden zoals groenten, fruit, vlees, kaas, olijven, wijnflessen en je kan zelfs een kraam zien met verschillende kruiden. Als we de verkopers moeten geloven, hebben ze allemaal de beste sinaasappels, de sappigste meloenen, de rijpste aardbeien. Natuurlijk ontbreken ook de kramen met verse vis niet. Hier slenter ik het liefst langs en blijf ik iets langer staan, luisterend naar de visverkopers die hun vangst met luide stem aanprijzen. Je ziet hier allerlei soorten weekdieren, tonijn, inktvis en andere vissoorten. Wat vooral mijn aandacht trok was de gigantische zwaardvis die hier lag. Je zag de vis met afgehakte kop met zijn lange bovenkaak in de vorm van een zwaard, die ze rechtop zetten.

Ik merk hier verschillende vervoersmiddelen op om je te verplaatsen in de stad, zoals een taxifiets. Ik heb hier zelfs een tuktuk vervoersmiddel, een soort gemotoriseerde riksja, gezien. Wil je je op een romantische manier verplaatsen dan kan dit ook met paard en kar. Ik wandel vooral door smalle straten waar het enkel mogelijk is om met een scooter door te rijden. Ik passeer de kerk San Paolo en neem een kijkje binnen in de kerk. Ik kom terecht op Piazza Archimede en zie een prachtige fontein Fontana di Diana. De bouw van de fontein werd in opdracht van de gemeente Syracuse uitgevoerd na de oprichting van Piazza Archimede in 1878. Je ziet in het midden van de fontein het beeld van Diana met pijl en boog. Ze is de godin van de jacht en de beschermer van Ortigia in de Griekse tijd. Aan haar voeten zien we Arethusa, die zich uitstrekt terwijl de transformatie naar een bron plaatsvindt. Ook merk ik in de fontein langs vier kanten, de beeltenis van twee goden die elk een zeepaardje berijden en twee goden die elk op een vis zitten en op de golven zweven.

Na het genieten van een lekker biertje op een terrasje in Syracuse, keer ik terug naar de parkeerplaats van de bus en rijden dan terug naar mijn hotel.