donderdag 2 januari 2020

Reisverslag Sicilië: einde 2e reisweek


De volgende dag is het vroeg opstaan want we gaan met de bus ons verplaatsen naar de hoofdstad van Sicilië, namelijk Palermo. In de grootste stad van het eiland wonen er ongeveer 670000 inwoners. De stad is fantastisch gelegen in een dal omsloten door hoge bergen. De baai wordt aan de ene kant begrensd door Monte Pellegrino en aan de andere kant door Kaap Zafferana. De bergen beschermen de stad tegen de ruige winterwinden. In de zomer zorgt een frisse zeebries voor koelte. In de 7e of 8e eeuw v.Chr. stichtten de Feniciërs op de plaats van de stad een kolonie. De stad werd destijds Ziz (bloem) genoemd. De naam verwees naar het vruchtbare land rond de stad. In de buurt van Palermo heb ik tamelijk veel appelsienplantages gezien. De Grieken, die in Zuid-Italië belangrijke koloniën in bezit hadden, noemden de stad later Panormos, wat volledige haven in het Grieks betekent, en wat later de Latijnse naam Panormus werd. Palermo werd in tegenstelling tot veel andere Siciliaanse steden nooit een Griekse stad. Vele facetten van de rijke geschiedenis zijn in de stad nog te herkennen aan onder meer de bouwstijl van gebouwen, zoals invloed van Arabieren, Normandiërs, Romeinen en Byzantijnen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte Palermo zwaar beschadigd. Veel inwoners uit het oude centrum verhuisden naar nieuwbouwwijken aan de stadsrand. Na de oorlog nam de toestroom van mensen van het Siciliaanse platteland enorm toe. Er werden in hoog tempo nieuwbouwwijken gebouwd, die een zeer chaotisch karakter hebben. In de jaren na de oorlog tot aan het einde van de twintigste eeuw werd de stad beheerst door de Cosa Nostra, de Siciliaanse maffia. De stad werd in die tijd opgeschrikt door vele moorden, waaronder die op de rechters Falcone en Borsellino. De antimaffia burgemeester Leoluca Orlando (ambtstijd 1985-2000) zorgde voor een ommekeer door de maffia en de allesoverheersende corruptie te bestrijden.

Bij onze aankomst in Palermo stoppen we met de bus aan het station. Hier stapt een lokale gids op de bus. We maken met de bus een rondrit in de stad. We rijden langs een openbare publieke botanische tuin, de gevangenis, de toeristenhaven en ook de economische haven met vrachtschepen. In het verkeer zie ik veel brommers rijden. Enerzijds is er het hectische, chaotische maar o zo typisch Italiaanse verkeer, anderzijds vind je er rust, schoonheid en sereniteit van honderden monumenten, kerken en grote indrukwekkende stedelijke woningen.

We stoppen met de bus aan het plein Piazza Giuseppe Verdi. Vanaf hier wandelen we met de lokale gids door de stad om zo Palermo te ontdekken. Op dit plein zien we het wereldvermaarde operahuis Teatro Massimo, dat stamt uit 1874 en staat wereldwijd bekend om zijn goede akoestiek. Twee bronzen leeuwen flankeren een trappenpartij, die naar zes zuilen onder een driehoekig fronton leidt. Dit gebouw is het werk van een Palermitaan Giovanni Battista Basile die zowel Griekse, Romeinse als barokke elementen gebruikte. Verder zien we nog twee knappe kiosken die op het plein voor het theater staan. Het operahuis biedt in zijn huidige vorm plaats aan 1350 toeschouwers. Aan het theater kan je ook het borstbeeld zien van de beroemde componist Giuseppe Verdi. Het Teatro Massimo werd in 1974 tijdelijk gesloten voor renovaties die vereist waren vanwege nieuwe veiligheidsvoorschriften. Vanwege het corrupte bouwbeleid, dat beheerd werd door de maffia bleef het gebouw echter 23 jaar gesloten. Pas in 1997 werd het theater heropend. Zowel binnen als buiten zijn een aantal scènes opgenomen van de godfather III. Je kan op dit plein ook paardenkoetsen zien. Je kan instappen om er een rondrit mee te doen in Palermo.

We wandelen met de groep door de winkelstraat Via Maqueda. In deze straat kan je aan een kraampje of karretje Siciliaans street food kopen. Het is kant en klaar eten dat je letterlijk op straat kan verkrijgen. In dit kraampje wat we tegenkomen verkopen ze het bekendste Siciliaanse street food, namelijk de gefrituurde rijstbal arancino. Traditioneel zijn ze gevuld met ragu, tomatensaus met vlees en groente. Of ook met aubergine en tomaat, spinazie en mozzarella of met boter. Er zijn zaken die ontelbare varianten verkopen. Je eet ze zo uit de hand met een servetje erom. In de winkelstraat passeren we de kerk Chiesa di Santa Ninfa dei Crociferi. Weer zie ik prachtige sculpturen de façade van de kerk versieren.

Een beetje verder bereiken we Quattro Canti. Het is een plein in het historische centrum van de Siciliaanse hoofdstad dat op de kruising ligt van de twee belangrijke straten Corso Vittorio Emanuele en de Via Maqueda. De twee straten verdelen het oude stadscentrum in de vier wijken. De bouw van het plein duurde van 1608 tot 1620. Op dit razend drukke kruispunt zien we op elke hoek een monumentaal kunstwerk. De duizenden Palermitanen die hier dagelijks gehaast en geënerveerd voorbijrazen, hebben hier allang geen oog meer voor, maar dit is toch wel opmerkelijk. Op de vier hoeken, waar de zon er gedurende de dag altijd wel eentje van verlicht, staan de vier jaargetijden, de vier Spaanse koningen en de vier vrouwelijke beschermheiligen van de stad. De gevels van de vier paleizen zijn concaaf gebogen en versierd met klassieke zuilen en standbeelden. In de sokkels bevinden zich fonteinen die de vier seizoenen symboliseren. In het middenstuk staan in de centrale nissen standbeelden van de vier Spaanse koningen. De standbeelden in het bovenste gedeelte van de gevel stellen de vier beschermheiligen van de wijken voor, Ninfa, Oliva, Cristina en Agata. De fonteinen en standbeelden worden omringd door zuilen die van onderen naar boven van respectievelijk de dorische, Ionische en de Korinthische orde zijn.

We wandelen verder en komen terecht op het plein Piazza Pretoria wat ook weer een prachtige plek van Palermo is. Hier valt de fontein Fontana Pretoria op en zien we ook het stadshuis van Palermo. De fontein werd in de zestiende eeuw geplaatst op het Piazza Pretoria, dat speciaal voor de fontein is aangelegd. De fontein heeft een omtrek van 133 meter en is 12 meter hoog. Op de fontein staan vele spierwitte naakt beelden van goden, nimfen en waterspuwers. De fontein werd vroeger ook bekritiseerd omwille van het vele expliciete naakt dat er te zien is. Aangezien het merendeel van de beelden naakt is, wordt de fontein ook wel de fontein van de schande genoemd of het plein ook wel het plein van de schande. De nonnen, die hun klooster naast de fontein hadden en op het plein uitkeken, spraken bovendien schande van al die naakte beelden. Momenteel stoort geen mens zich daar nu nog aan. In de fontein kan je vier waterbassins bemerken. De fontein is aan het einde van de twintigste eeuw volledig gerestaureerd.

Vervolgens wandelen we naar het plein Piazza Bellini, wat wellicht de meest godvruchtige plaats van Palermo is. Op dit plein zien we de Chiesa della Martorana (1143) die opvalt door de klokkentoren. Het is één van de fraaiste Normandische kerk op het eiland. De toevoeging van barokke elementen heeft het oorspronkelijke ontwerp wel tenietgedaan. Nadien hebben we een kijkje gaan nemen binnen in de kerk. Ongelooflijk, wat een pracht hierbinnen. Je mond valt open van verbazing. Je wordt verrast door de bijzondere mix van Byzantijnse mozaïeken uit de 12de eeuw en een later toegevoegde apsis. Naast de mozaïeken zie je ook prachtige plafondschilderingen. De kerk wordt gekenmerkt door een veelheid aan stijlen die worden aangetroffen, omdat het met de opeenvolging van eeuwen werd verrijkt met verschillende andere artistieke, architecturale en culturele smaken. Aan de overkant van het plein is er voor de liefhebbers een mooie barokkerk Chiesa di Santa Catarina. Ook valt de kerk San Cataldo op met zijn drie roze koepels. Het gebouw is een typerend voorbeeld van de Arabisch-Normandische architectuur die tot bloei kwam op Sicilië ten tijde van de Normandische overheersing. De kerk werd gebouwd tussen 1154 en 1160.

Op dit plein benaderen 2 mannen onze gids om te controleren of ze een licentie heeft om toeristen te begeleiden. De gids draagt een badge om de hals die aangeeft dat ze een groep mag begeleiden. De mannen vullen een volledig papier in met veel uitleg erop en alle gegevens van de gids. Veel discussie in het Italiaans tussen de 2 mannen en onze lokale gids hier. Vervolgens dwingen de mannen haar dit document te laten ondertekenen. Eigenlijk veel show voor niets.

Nadien komen we terecht op het Piazza Bologna. Het heeft een perfect rechthoekige vorm en wordt aan de korte zijden begrensd door twee straten. Het plein wordt omringd door prachtige oude gebouwen. De gebouwen zien er vervallen uit en hebben behoefte aan totale verfrissing. Op het plein kan je ook een standbeeld zien met een bronzen beeld van Karel V van Habsburg.

Uiteindelijk belanden we aan het plein voor de monumentale kathedraal van Palermo, dat een blikvanger is. Dit is een bijzonder fraai plein met palmbomen. De kathedraal, die oorspronkelijk uit de twaalfde eeuw dateert, werd herhaaldelijk verbouwd en toont op haar beurt een duidelijk samenspel van stijlen en invloeden, voornamelijk Arabische en Normandische. Ooit stond hier een moskee. Links van de ingang zie je nog een zuil met een inscriptie uit de koran. De Normandiërs hebben de huidige kerk gebouwd en de omlijsting van de portiek is Catalaans-gotisch. Op het ruime plein aan de voorkant staat een beeld van Rosalia, de patroonheilige van de stad. Zij leefde als kluizenares in een grot in de Monte Pellegrino en genas mensen met geneeskrachtig water dat van de berg stroomde. We zijn binnen een kijkje gaan nemen. Binnenin de kathedraal vind je veel meer dan zitbanken en een prachtig versierd altaar. Achter de kerkmuren vind je de kapellen waar belangrijke keizers en koningen begraven liggen. Voor de rest vind je er heel wat beelden en andere kunstvoorwerpen van heel grote waarde, gemaakt door befaamde kunstenaars. Op het plafond zie je weer prachtige schilderingen. Er is ook lichtinval door de ramen juist onder de koepel van de kerk.

Ook de achterkant van de kathedraal ziet er fraai uit. Je kan een mooi staaltje inlegwerk zien. Men heeft hier lavastenen voor gebruikt. Door het invoegen van kleine stukjes lavasteen op een groter oppervlak ontstaat er een mooi patroon.

We gaan nu een kleine straatje in en wandelen rechtdoor. We komen terecht op de Capo markt, een echte oude Palermitaanse warenmarkt. We wandelen hier tussen de Palermitanen die hun inkopen komen doen. Het is een lange straat met aan weerszijden kleurrijke kraampjes met ontelbaar veel vis, groente en andere etenswaren. Je treft verschillende waren aan op de markt: van enorme stukken zwaardvis tot een paar sardientjes, van een zak bloedsinaasappels tot een portie garnalen, van ingelegde kappertjes tot verse oregano. De gids wijst ons op een courgette of “zucchini”, die een opmerkelijke lange en smalle vorm heeft en ook een paarse aubergine of “melanzane”.

We verlaten de markt en keren terug naar het operahuis. Hier nemen we afscheid van de lokale gids. In de buurt van het operahuis gaan we naar een restaurant. Hier bestel ik een spaghetti bolognaise. In Sicilië bestaan er wel honderd verschillende pasta bereidingen. Na het eten heb ik nog vrije tijd om wat rond te lopen. Ik loop naar de kerk Chiesa Sant’ Ignazio all’ Olivella. Je loopt een smalle straat in vol met restaurants, waar men je aanspreekt om in hun restaurant te komen eten. Je ziet al in het begin van de smalle straat de toren van de kerk, wat het echt wel een mooi plaatje maakt.

Als we in Palermo zijn moeten we het ook hebben over de maffia. De oorspronkelijke maffia is ontstaan op Sicilië, als antwoord op de 'overheersing' van de verschillende regeringen en tegenwoordig die van Rome. Over de oorsprong van het woord “mafia” doen verschillende verklaringen en verhalen de ronde. Volgens de ene bron zou het woord afkomstig zijn uit het Arabisch, meer bepaald van het woord “Mahias”, wat brutaal betekend. Anderen zeggen dan weer dat de naam afgeleid is van “Ma àfir”, de naam van een Saraceense Berberstam. Nog een mogelijke, Arabische invloed is Mu Afat. Mu betekent moed, Afat het beschermen van de zwakkeren tegenover de sterken. Ook zou de naam mafia een afkorting kunnen zijn voor “Morte alla Francia Italia Anela”, dat zoveel als "Dood aan Frankrijk is Italiaans Verlangen" betekent. Dit gezegde zou komen uit de tijd dat Sicilië bezet was door de Fransen. De term maffia is zeer waarschijnlijk ontleend aan een folkloristisch toneelstuk van Giuseppe Rizzotto, getiteld "I Mafiusi di la Vicaria".

Drugshandel, wapenhandel, woekerleningen, afpersingen, prostitutie behoren tot de criminele activiteiten van de Siciliaanse maffia. De Siciliaanse maffia is een belangrijke speler in de internationale drugshandel. In 2003 heeft de Siciliaanse maffia naar schatting ruim € 8 miljard omgezet met de handel in drugs. In 2003 is door de Siciliaanse maffia naar schatting een omzet geboekt van ruim € 1,5 miljard door wapenhandel. Een publicatie uit 2007 van een Italiaanse vereniging van kleine bedrijven meldde dat ongeveer 25% van alle Siciliaanse bedrijven geld verschuldigd zijn en een bedrag van rond de € 1,4 miljard per jaar betalen aan maffiose woekeraars. Dit gebeurt onder bedreigingen en met exorbitante winstmarges.

Twee rechters, Giovanni Falcone en Paolo Borsellino, bestreden de maffia en hadden samen met hun doortastend optreden de maffia herhaalde malen zware klappen toegebracht. De mannen stonden voortdurend onder strenge bewaking omdat, terecht zoals zou blijken, voor hun leven werd gevreesd. De twee rechters die in mei en juli 1992 met een bomaanslag werden vermoord. De beide moorden betekenden een keerpunt in Sicilië: voor het eerst werd er massaal en door de gewone burgers afkeer getoond tegen het optreden van de maffia. Nu waren ze te ver gegaan en de woede van al die gewone individuen heeft de media mee beïnvloed. Het protest met de witte lakens die overal in Palermo uit de vensters werden gehangen, was symbolisch. De dood van Falcone en Borsellino is niet tevergeefs geweest, hun werk is onverminderd voortgezet. Later werden er belangrijke maffiakopstukken gearresteerd.

Na dit bezoek aan Palermo vertrekken we met de bus richting Céfalu. Eerst stoppen we op een plaats waar we een mooi uitzicht hebben op Céfalu. De naam Céfalu komt van het Grieks en betekent hoofd. De naam slaat op een rots met de vorm van een hoofddeksel (hoed) die de stad domineert. Dit aantrekkelijke stadje met ongeveer 14000 inwoners strekt zich uit tussen de oevers van de zee en een imposante kalkstenen rots, die zich steil en beschermend achter het stadje verheft, 150 m boven de zeespiegel. Hier komen veel toeristen en is in de regio vooral bekend als bad- en vissersplaats. Je kan op dit uitkijkpunt de Normandische kathedraal zien, die gebouwd is tussen 1133 en 1148. Je kan genieten van een weergaloos zicht over Céfalu, zelf met de schitterende rode daken die een prachtig contrast vormen met de azuurblauwe zee.

De bus rijdt verder naar de oude haven van de stad. Hier zien we ook een vuurtoren. Vervolgens wandelen we vanaf hier naar het oude stadscentrum van Céfalu. Eerst gaan we naar het plein Piazza Duomo, het hart van Céfalu. Het plein is met palmen beplant en door terrassen en restaurants omringd. Aan het plein verrijst de imposante Normandische kathedraal. De dom van Céfalu behoort tot de imposante monumenten uit de tijd van de Noormannen. Je kan twee machtige massieve torens zien, die alleen in de dak-piramides en de ordening van de bovenste vensters van elkaar verschillen. De kathedraal is gelegen onderaan de rots La Rocca en is gebouwd in de zogenaamde Arabisch-Normandische stijl. Ik ben een kijkje gaan nemen in de kathedraal. Het binnenste van de kathedraal wordt door de twee rijen spitsbogen op antieke zuilen in drie schepen verdeeld. Je kan vooral Byzantijnse mozaïek bewonderen in de kerk. Je merkt weer prachtige decoraties en beeld figuren op in de kerk.

Na dit bezoek wandel ik nog door de smalle straatjes, bedekt met middeleeuwse straatkeitjes. Met hun scooter rijden ze door deze smalle straatjes. Je komt veel winkeltjes tegen met snuisterijen. Je kan ook steegjes zien waar de vele balkons volhangen met was. Vervolgens wandel ik naar het strand. Hier zie je dat er middeleeuwse huisjes aan elkaar geplakt langs het strand staan.

Na dit bezoek rijden we met de bus terug richting Messina, vervolgens richting Taormina. Onderweg rijden we met de bus door veel tunnels en kunnen we in zee de Eolische of Liparische eilanden zien. Nabij Messina hebben we de Straat van Messina. Het is een zeestraat die het eiland Sicilië scheidt van Calabrië en die de verbinding vormt tussen de Tyrreense Zee in het noorden en de Ionische Zee in het zuiden. De lengte van de zeestraat is 32 km en de breedte ligt tussen drie en acht kilometer. De zeestraat kent sterke stromingen. De straat is genoemd naar de Siciliaanse havenstad Messina, waar tevens de veerboten vanaf het vasteland aankomen. De veerboten zijn duur om wagens over te zetten. Momenteel is er geen brug die Sicilië met Calabrië verbindt. Technisch is dit mogelijk en is er geen probleem, maar het is eigenlijk een politiek probleem waarom de brug er niet komt.

De volgende dag ga ik de “godfather” tour doen. Eerst ga ik met de lijnbus naar Taormina en vervolgens neem ik de hop on hop off bus naar Letojanni. Hier start de godfather tour en stap ik over op een andere hop on hop off bus die eerst naar het charmante stadje Savoca rijdt. Eerst volgen we de kustlijn boven Letojanni en daarna rijdt de bus een heuvel op om vervolgens te stoppen in Savoca. Hier stap ik van de bus en verblijf twee uur in Savoca. Het is geen toeristisch stadje, maar het is eigenlijk een eenvoudig dagelijks “lokaal” stadje of een middeleeuws bergdorpje. Hier, en niet in Corleone, gebeurden de filmopnames voor de eerste film van “The Godfather”. De regisseur Francis Ford Coppola verkoos Savoca boven Corleone omdat het er nog lang niet zo modern uitzag.

Eerst kom ik terecht op het plein Piazza Fossia. Hier staat een twee meter hoge, roestvrijstalen sculptuur die is opgericht als eerbetoon aan Francis Ford Coppola, die Savoca en de omgeving op de kaart zette. Francis Ford Coppola is afgebeeld terwijl hij filmt, met de camera naar de omgeving gericht, hetgeen de reikwijdte van de film symboliseert. Hier zie ik ook Bar Vitelli, dat een belangrijk decor in de film was. De bar is dankzij de film wereldberoemd geworden. De Bar Vitelli wordt voortdurend weerspiegeld in het spiegelende materiaal van de sculptuur. Eigenlijk viel het terras van de bar niet op omdat het bijna volledig omgeven is met groene planten. Je kan hier nog altijd mensen een drankje zien drinken op het terras, onder de met druivenranken en andere groene planten bedekte pergola.

Vervolgens wandel ik naar de kerk Chiesa di San Nicolò (ook wel Chiesa Santa Lucia genoemd). Savoca heeft een klein maar mooi oud middeleeuws centrum met heel veel kerken. Een aantal daarvan zijn slechts ruïnes, maar een aantal anderen zijn nog mooi bewaard gebleven of worden opgeknapt. Vroeger, in de tijd van de Noormannen, was er hier ook een stadsomwalling met twee toegangspoorten. Ik loop nu door de enige stadspoort die er nog is op weg naar de kerk Chiesa di San Nicolò. De statige kerk, die wel mooi is van buiten, werd gebouwd in het Normandische tijdperk in de 13de eeuw. De Chiesa di San Nicolò deed ook dienst als filmlocatie en is prachtig gerestaureerd.

Binnen in de kerk zag ik op een televisiescherm een fragment uit de eerste film van de Godfather. Net na aankomst in Corleone komt Michael Appolonia voor het eerst tegen en hij is op slag verliefd. Michaels bodyguard Fabrizio spreekt hier de beroemde woorden: in Sicilia le femmine so’ come la lupara (‘Siciliaanse vrouwen zijn gevaarlijker dan geweren’). In de volgende scène zien we Michael en zijn twee bodyguards uit het straatje links van Bar Vitelli komen, waarna ze op het terras van de bar plaatsnemen. Michael vraagt dan aan bareigenaar Vitelli, die de vader van Appolonia blijkt te zijn, of hij een ontmoeting wil arrangeren tussen Michael, zijn dochter Appolonia en de familie. Deze ontmoeting vindt plaats bij Vitelli thuis, op het platteland.

Ik ben nog een kijkje gaan nemen naar de kerk Chiesa Madre en vervolgens keer ik terug naar het plein Piazza Fossia en drink nog een biertje op een terras in afwachting van de hop on hop off bus. Daar is de bus en nu rijden we naar Forza d’Agro. Forza d’Agro is een oud schilderachtig dorpje, op een half uur afstand van Savoca, met vele smalle en steile straatjes. Onderweg zien we langs de kustlijn op een hoge rots een fort, dat eigenlijk een goede uitkijkpost was naar de zee. Het dorp Forza d’Agro ligt op een bergkam, ongeveer 420 m boven de zeespiegel. Boven aangekomen heb je een mooi uitzicht op de kustlijn. Ik verblijf hier ook twee uur in dit dorp. Samen met Savoca vervulde dit plaatsje een dubbelrol als stand-in voor Corleone. Ook in dit dorp lijkt het of de tijd wat meer stil was blijven staan. Bij mijn wandeling door het dorp kom ik terecht aan de kerk Cattedrale della SS. Annunziata. De kerk en het plein ervoor waren vroeger ook het decor voor de film “The Godfather”. De kerk is gebouwd in de 12de eeuw, in het tijdperk van de Noormannen. Ik ben ook een kijkje gaan nemen in de kerk. Binnen in de kerk kan je rust en stilte ervaren. Het is niet de meest spectaculaire kerk die je vanbinnen ziet. Opvallend was het Christusbeeld dat aan het kruis genageld was en dat je boven nabij het plafond zag. Onderaan op het kruis en dus onder de voeten van Christus zag je een doodskop vastgemaakt.

Ik wandel vervolgens verder door de smalle straten in het dorp. Eigenlijk is het hier rustig en zie je niet veel toeristen. Sommige huizen zien er vervallen uit en zijn toe aan herstelwerken. Ik merk op dat er hier tamelijk veel huizen te koop stonden. Ik passeerde een woning waarvan hun voordeur open stond. Eigenlijk was de bewoonbare oppervlakte van de living klein. Je kan op het hoogste punt hier de ruïnes zien van het kasteel Castello Normanno Saraceno. Je kon het kasteel gaan bekijken door naar boven te wandelen. Ikzelf ben niet naar dit hoogste punt gewandeld omdat de weg ernaartoe niet veilig leek. Het was geen mooi aangelegd pad naar het kasteel.

Vervolgens ga ik naar de kerk Chiesa Santissima Trinita gaan kijken. Vooral de trappen, poort en het pleintje voor de kerk zijn de moeite waard om te zien. Naast de kerk is er een museum. Ook op deze locatie waren er opnames voor de derde film van “The Godfather”. Binnen in de kerk ziet het er sober uit.

Het dorp telt ongeveer negenhonderd inwoners. Je ziet vooral oudere mensen op zitbanken aan het keuvelen met elkaar. Je kan hier ook een plein zien waar er een fontein staat. Aan dit plein kan je restaurants zien. Na dit bezoek keer ik met de hop on hop off bus terug naar Letojanni en vervolgens terug naar het hotel in Giardini Naxos.

De volgende dag ga ik twee andere Eolische eilanden gaan verkennen, namelijk Lipari en Vulcano. Met de bus rijden we naar de haven van Milazzo en per boot varen we eerst naar het eiland Lipari. Het heeft tegenwoordig ongeveer 11.000 inwoners en is een toeristische trekpleister. Bij aankomst in de haven merk je direct het Citadel op, beter bekend als het kasteel. De Citadel werd gebouwd na 1544, als reactie op het bloederige en gewelddadig bezoek van de moordlustige piraat Barbarossa. Uit angst en als bescherming van de stad en zijn inwoners werd de citadel gebouwd, een reusachtig bouwwerk met dikke stadsmuren.

Lipari stad is een klein, maar charmant en gezellig stadje gelegen aan de haven. Aan de oude haven zijn er gezellige terrasjes. De huizen in de stad zijn gehuld in warme mediterrane kleuren, wat de stad een vriendelijke uitstraling geeft. Vanuit de haven wandel ik in een straat naar omhoog naar een toegangspoort van het Citadel of kasteel. Vanaf de muren van het kasteel heb je een mooi uitzicht over de baai, de stad en de haven.

We zien hier ook de Cattedrale di San Bartolomeo, welke weer een prachtige kerk is. De Normandiërs waren verantwoordelijk voor de grote kathedraal die gebouwd werd in de 11e eeuw. Ook deze moest in 1540 weer herbouwd worden na een aanval van Turkse piraten. De kerk staat eigenlijk in het hart van het Citadel en de hoofdgevel kijkt uit op het noordwesten op de trap naar het onderste deel van de stad en is de grootste en oudste van de Lipari-kerken. Binnen in de kerk zie je weer prachtige plafondschilderingen en kan je genieten van het interieur.

Je kan hier ook een bezoek brengen aan het archeologische museum nabij de kathedraal. Het museum biedt een goed samengestelde archeologische collectie, met als thema de mediterrane historie van Lipari.

Ook kan je hier ruïnes zien. Opgravingen op deze plaats tonen aan dat hier ook al in de Griekse en Romeinse oudheid bewoning was. Oude baden en resten van een theater zijn er gevonden. Je kan hier een amfitheater vinden die nog gebruikt wordt voor optredens.

Ik wandel dan via de trappen voor de kathedraal terug naar beneden en loop vervolgens door de smalle straatjes. In de kleine straatjes zijn leuke winkeltjes en restaurants te vinden. Vooral een souvenirwinkel waar je kunstwerken kan zien over vissen trok mijn aandacht. Ik vond deze kunstwerken wel mooi en uniek. In de smalle straatjes kunnen we een glimp opvangen van het lokale leven hier. Kijk ook af en toe omhoog naar de balkonnetjes, die rijkelijk versierd en overladen zijn met wasgoed. De scooters staan geparkeerd of rijden door de smalle straatjes. Tijdens men wandeling kom je uiteraard nog ander kerkjes tegen. Achter het Citadel kan ik ook het stadshuis zien op een plein, waar je ook een fontein kan zien. Vanop dit plein kun je nog een andere haven zien op het eiland. In de verte op een heuvelrug zie je ook een indrukwekkende begraafplaats.

Na dit bezoek gaan we terug naar de oude haven. Aan de oude haven liggen er veel kleine gemotoriseerde bootjes. Met de boot varen we nu naar het eiland Vulcano en komen aan in de haven Port Levante. Het eiland bestaat uit een aantal elkaar overlappende vulkanische centra.
Interessant detail is dat het eiland echter niet vernoemd is naar vulkanen, maar eerder andersom, het woord voor "vulkaan" is afkomstig van de naam van het eiland, die was afgeleid van Vulcan, de Romeinse god van het vuur. Sterker nog, het eiland was in zowel de Griekse als de Romeinse mythologie een smederij voor goden. Vulcano heeft zich tamelijk rustig gehouden sinds de uitbarsting van de Fossa tussen 1888 en 1890. De huidige krater van de Fossa, Gran Cratere vertoont fumarole activiteit, waarbij zwaveldampen vrijkomen. Je kan naar de krater gaan, waar je kunt genieten van een ongelooflijk spectaculair uitzicht over het hele eiland en de hele Tyrreense kust van Messina. Tijdens ons kort bezoek hier was het wel niet mogelijk een wandeling te maken naar de krater.

Nabij de haven heb je zwavelhoudende modderbaden met helende eigenschappen voor de huid. Je kan aan de gele kleur op het rotsgesteente hier zien dat er zwavel aanwezig is. Je ziet ook mensen in deze modderbaden liggen. Ik kan hier eigenlijk niet lang blijven, omwille van de zeer onaangename zwavelgeur die hier hangt. Je kan hier ook zwarte stranden zien gekleurd door vulkanisch as. Tijdens mijn wandeling hier merk ik ook nog verschillende prachtige schilderijen op, die aan een kleine lange muur hangen langs een straat. Als afsluiter drink ik nog een biertje ver weg van de stinkende modderbaden. Na mijn bezoek aan dit eiland varen we met de boot terug naar de haven Milazzo op Sicilië. Met de bus keren we dan terug naar het hotel.

Op de laatste dag van mijn verblijf op Sicilië ga ik een boottocht doen in Giardini Naxos. De bootjes van Antonio kwamen ons ophalen aan het strand nabij het hotel. Met een tiental mensen zitten we in de boot en zullen varen tot nabij Letojanni. We kunnen nu de mooie kustlijn ontdekken en bewonderen vanuit een ander gezichtspunt. Ondertussen krijgen we een goede uitleg van de bezienswaardigheden langs de kustlijn door de bestuurder van de boot. Ik kan de muur zien waarachter er opgravingen zijn gebeurd van het oude Naxos. Op deze locatie was er de eerste Griekse nederzetting op Sicilië. We passeren de haven en je kan nabij de haven vooral donker vulkanische gesteente en rotsen zien van vroegere uitbarstingen. Ook kan je Taormina en Castelmola op de heuvel zien liggen. Het Grieks Theater heb ik niet direct kunnen spotten vanuit de boot.

Daarna varen we langs Isola Bella, een prachtig eilandje voor de kust van Taormina. Isula bedda, zoals de Sicilianen dit eilandje noemen, werd in 1806 door Koning Ferdinand I aan het plaatsje Taormina geschonken. Het eiland werd vervolgens gekocht door Lady Florence Trevelyan, die er een klein huis met uitzicht op zee liet bouwen en veel exotische planten importeerde. De daaropvolgende eigenaren hielden de natuur op het eiland in stand, totdat ze failliet gingen en het eiland in 1990 lieten veilen. De regio Sicilië kocht het eiland en heeft Isola Bella tot beschermd natuurgebied verklaard. Het eilandje dat nu door het WNF wordt beheerd, is de thuisbasis van verschillende soorten vogels, en een paar soorten hagedissen.

We komen vervolgens aan met de boot bij een grot. Dit noemen ze hier de blauwe grot omwille van het helder blauwe water in de grot. Zonlicht dat door een holte onder het water schijnt, reflecteert in de grot en zorgt zo voor een helderblauwe kleur van het water in de grot. Steeds kan er maar één boot de grot in om de toeristen een beeld te geven van het natuurverschijnsel. We varen met de boot in de grot en er dan terug uit. Dit is prachtig om te zien.

Een beetje verder komen we aan bij een hotel waar er veel Russische toeristen zitten. Je kon hier een prachtig versierde koepel zien, die doet denken aan Russische orthodoxe kerken. Ook zien we een trein rijden langs de kustlijn achter het Russische hotel. Hier nabij zien we ook een rotsformatie die uit het water komt. Ze noemen dit hier de olifant rots. Helaas was het moeilijk om hier een olifant in te zien. Het deed mij eerder denken aan een zwaargebouwde bizon. Nadien draait de boot zich en varen dan terug langs de kustlijn. Uiteindelijk stoppen we in een mooie baai om er te zwemmen. Ik heb een duik in het water genomen. Je kon ook kwallen zien in het water. Op de boot kon je wat fruit eten zoals meloen, watermeloen en ananas en wat prosecco drinken. Na een half uurtje vertrekken we terug en kunnen op de terugweg genieten van sfeervolle Italiaanse muziek. Een heerlijk vakantiegevoel.

In de namiddag ga ik met de bus naar Taormina en daar ga ik naar het kabelstation. Via de kabellift kan je naar beneden gaan waar je de stranden kan bereiken onder Taormina. Om naar het strand te gaan waar je Isola Bella kan zien moet je 134 trappen naar beneden nemen. Links en recht van de trappen staan er verkopers hun goederen aan te bieden zoals oa hoeden, kledingstukken en kettingen. Op dit strand met kiezelstenen krioelt het hier van de mensen. Druk druk druk op het strand hier vol met zonaanbidders. De mensen liggen hier opeengepakt. Tijdens laagwater kun je het eilandje bereiken via een smal zandpad, hetgeen van Isola Bella eigenlijk een schiereilandje maakt. Verder heb ik nog een ander strand gaan bekijken in een andere baai. Dit strand kon je bereiken via een tunnel onder de weg nabij het station van de kabellift. Nadien keer ik met de kabellift terug naar Taormina en loop daar nog even rond.

Ziezo de reis zit erop. De volgende dag vertrek ik vroeg naar de luchthaven. Eigenlijk is Sicilië een eiland dat veel te bieden heeft voor de vakantieganger. Het is voor mij een prachtig eiland waar je veel kan ontdekken en ervaren. Uiteraard was het genieten van de vele kerken in barok, Griekse tempels en theaters, de vulkanen Etna en Stromboli, de levendige markten, het goede eten en drinken, de maffiaverhalen en andere prachtig verborgen filmlocaties. Ik bedank de verschillende gidsen bij de begeleiding van de excursies en ook andere mensen die ik hier ontmoet heb. Hopelijk wil je na het lezen van mijn reisverhaal ook een vakantie doorbrengen op het eiland Sicilië. Ik kan het je zeker warm aanbevelen.